Hier is weer een verse studie waar kwekers blij mee zullen zijn. Gepubliceerd in Scientific Reports (2025), onderzochten Dilena en collega’s hoe stikstofbemesting en klonale genetica de biomassa- en cannabinoïde-opbrengsten beïnvloeden in een CBD-dominant ras genaamd ‘Tas1’. De belangrijkste conclusie: 160 mg/L stikstof leverde de hoogste bloem- en CBD-opbrengst op, terwijl sommige klonen consequent meer cannabinoïden produceerden, ongeacht het stikstofniveau. In de praktijk betekent dit dat je voeding en klonenselectie kunt verfijnen om de opbrengst te verhogen zonder de wettelijke THC-limieten te overschrijden.
Waarom stikstof belangrijk is voor cannabis
Elke kweker weet dat stikstof (N) de groei van bladeren en stengels stimuleert. Maar te veel N tijdens de bloei kan de concentratie van cannabinoïden verdunnen, terwijl te weinig de biomassa beperkt. Eerdere onderzoeken waren tegenstrijdig: sommige proeven suggereerden dat 50 mg/L genoeg is, andere wezen op 160 mg/L. Deze proef in Tasmanië wilde de discussie beslechten door zowel bemestingsniveaus als klonale variatie binnen hetzelfde CBD-ras te onderzoeken.
Studieopzet in simpele kwekerstaal
- Genetica: Vijf klonen afkomstig van verschillende moederplanten van het ras ‘Tas1’, een CBD-rijke, THC-arme soort.
- Bemestingsbehandelingen: 30, 90, 160, 240 en 400 mg/L stikstof, toegepast gedurende de volledige bloeiperiode van 8 weken.
- Omgeving: Gecontroleerde kas in Tasmanië met LED-verlichting (18/6 groei, daarna 12/12 bloei), druppelirrigatie en 35L kweekzakken.
- Metingen: Droge biomassa (bladeren, bovenste en onderste bloemen), stikstofpercentage in het weefsel, CBD- en THC-concentratie (HPLC-analyse).
- Complicatie: Er was enige pollenbesmetting, maar het zaadgewicht bedroeg gemiddeld minder dan 5% van de biomassa en beïnvloedde de cannabinoïdenresultaten niet.
Belangrijkste bevindingen voor kwekers
- Optimale stikstof = 160 mg/L. De bloem-biomassa steeg gestaag tot 160 mg/L N en vlakte daarna af. Bladeren bleven toenemen bij hogere N, maar bloemen niet.
- CBD-opbrengst piekte op 27 g per plant bij 160 mg/L N, gelijk aan ongeveer 24 g/m² in de dichtheid van deze proef. Dit was bijna het dubbele van de opbrengst bij 30 mg/L.
- THC bleef laag. Hogere stikstof verminderde de THC-concentratie sneller dan CBD, waardoor de CBD:THC-verhouding toenam – een voordeel om binnen de wettelijke grenzen te blijven.
- Klonen maakten echt verschil. Klonen 13 en 27 produceerden aanzienlijk hogere cannabinoïdeconcentraties (CBD en THC) dan klonen 18 en 26, ongeacht de stikstofdosis. De biomassa werd echter niet beïnvloed door de kloon-ID.
- Blad- versus bloemreacties verschilden. Het stikstofpercentage in bladeren steeg bijna lineair met bemesting, terwijl het in bloemen na 160 mg/L afvlakte. Cannabinoïdeconcentraties daalden naarmate het N% steeg – een klassiek “verdunningseffect”.
- CBD:THC-verhouding steeg met stikstof. Vooral in bladeren en in het totaalbeeld leidde meer N tot relatief meer CBD in vergelijking met THC.
Hoe je deze informatie in je kweek gebruikt
- Stel stikstof af op 160 mg/L. Dit is het ideale punt om biomassa en CBD-opbrengst in ‘Tas1’ te maximaliseren zonder meststof te verspillen of cannabinoïden te onderdrukken.
- Voorzichtig boven 160. Verhogen tot 240 of 400 mg/L leverde geen extra bloemgewicht op en verlaagde de cannabinoïdeconcentratie verder. De planten maakten vooral meer bladeren, niet meer bruikbare bloemen.
- Kies bewezen klonen. Zelfs binnen hetzelfde ras maakte de oorsprong van de kloon uit. Als je kloonlijnen kunt volgen, kies dan die met consistente cannabinoïde-expressie (in dit onderzoek presteerden 13 en 27 het best).
- Gebruik bemesting om THC te managen. Omdat THC sneller daalde dan CBD bij hogere N, kan stikstof een hulpmiddel zijn om THC onder de limiet te houden en toch CBD te verhogen.
- Let op verdunningseffecten. Zwaardere voeding maakt grotere planten, maar het percentage cannabinoïden per gewicht daalt vaak. De opbrengst per plant kan toch stijgen omdat de biomassa-winst groter is dan het concentratieverlies.
Snelle kwekers-FAQ
Wat is de beste stikstofdosis?
Ongeveer 160 mg/L N tijdens de bloei gaf de beste combinatie van biomassa- en CBD-opbrengst. Meer N voedde alleen bladeren, geen bloemen.
Kan ik harder bemesten om THC te verlagen?
Ja, maar voorzichtig. THC daalde sterker dan CBD bij hogere N, waardoor de CBD:THC-verhouding steeg. De bloemopbrengst nam echter niet toe boven 160 mg/L.
Maken klonen echt verschil?
Absoluut. In dit onderzoek varieerde het cannabinoïdengehalte tot wel 3% CBD tussen klonen uit dezelfde zaadlijn. De biomassa bleef gelijk, maar de potentie veranderde per kloon.
Vernietigt bestuiving de cannabinoïde-opbrengst?
Lage pollenbesmetting (ongeveer 5% zaadbiomassa) had geen meetbaar effect op de CBD- of THC-concentraties in schoongemaakte monsters.
Conclusie voor kwekers
Als je mikt op hoge CBD-opbrengsten, ga dan voor 160 mg/L stikstof tijdens de bloei. Dat is het omslagpunt waar bloemen maximaal zijn, cannabinoïden sterk blijven en de biomassa het efficiëntst benut wordt. Ga je hoger, dan loop je risico op grotere bladeren, zwakkere potentie en verspilde meststof. En vergeet de keuze van klonen niet: zelfs bij gelijke voeding kunnen sommige stekken duidelijk betere cannabinoïdegehaltes opleveren.
Bron: Dilena, E., Hunt, I., & Close, D. C. (2025). „Optimale stikstofdoseringen en klonale effecten op de cannabinoïde-opbrengsten van medicinale cannabis.” Scientific Reports, 15:12341. https://doi.org/10.1038/s41598-025-96761-6
https://www.nature.com/articles/s41598-025-96761-6